N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Nafiss Nia en Hoda Niku Lang zocht Nafiss Nia naar erkenning in Nederland, waar ze in 1999 vanuit Iran naartoe vluchtte. Met haar indrukwekkende regiedebuut ‘Die Middag’, geïnspireerd op haar aankomst in Nederland, is dat eindelijk gebeurd.
Die Middag draait om wachten; lang, schijnbaar eindeloos wachten. Dat klinkt óf doodsaai, óf pretentieus. Regisseur Nafiss Nia betrad met haar film immers het territorium van theatervernieuwer en auteur Samuel Beckett. En wie kan zich daaraan meten?
Maar dit is niet het wachten van Beckett. Die Middag is niet alleen metafysisch en existentieel, maar ook praktisch. Roya, een jonge Iraanse vluchteling, wacht een hele dag voor een deur die maar niet geopend wordt. Daarachter, hoorde ze, zit iemand die haar kan helpen om in Nederland te blijven nu ze is uitgeprocedeerd. Via flashbacks zien we het leven dat ze mist en flarden van wat haar is overkomen. De witte Nederlanders die op de achtergrond langslopen bieden soms hulp, maar beperkt en op afstand – het liefst willen ze door met hun dag. Roya blijft krachtig, blijft zoeken. Soms spat de hoop op, maar de deur blijft dicht. En het wachten gaat door.
De kijker wacht 75 minuten mee. En aan het einde realiseer je je dat het niet slechts om één dag gaat. Die Middag is hoe het leven elke dag is voor een vluchteling in Nederland, zegt Nia. „Je wacht tot je het land binnen mag. Je wacht tot je een verblijfsvergunning krijgt. Je wacht tot je een opleiding mag volgen.” En dan, als alle papieren binnen zijn en het leven kan beginnen, dan wacht je op acceptatie en erkenning in een land dat jou niet wil hebben. Nia: „Eerst wacht je om te overleven, dan wacht je om te leven.”
Dit is het verhaal van Nafiss Nia zelf, die in 1992 van Iran naar Nederland vluchtte omdat ze films maakte waar het regime het niet mee eens was. Nu woont en werkt ze in Nederland als dichter, scenarioschrijver en regisseur. Ze vertelt erover afgelopen februari in het perscentrum van het Internationaal Film Festival Rotterdam. Om haar heen zoemen talloze journalisten, naast haar zit Hoda Niku, het in Zuid-Korea wonende Iraanse model dat de wachtende Roya speelt in Die Middag, haar eerste hoofdrol.
Ongedierte
Nia schreef het verhaal van Die Middag vooral voor zichzelf. „Ik droeg het verhaal bij me, als ongedierte waar je niet vanaf komt. Het drukte op me. Stel je voor dat je continu kakkerlakken hebt die over je heen lopen. Toen het af was, voelde ik me herboren.
„Pas toen ik het aan anderen liet lezen, kwam ik erachter dat het niet alleen mijn verhaal was, maar dat van talloze mensen met een immigratie-achtergrond.”
Nia werd uit duizenden mensen gekozen om de filmacademie in Teheran te doorlopen. Maar moest Iran ontvluchten, omdat ze zich niet aan de staatsregels voor filmkunst wilde houden. „Het bleek dat er weinig voor mij was in Nederland. Ik kon de scenario-opleiding aan de Filmacademie doen, maar daarna hadden producenten en omroepen geen interesse. Dan begint het eindeloze wachten.”
Stilzitten deed ze niet. Ze schreef in het Nederlands beeldende dichtbundels over verdriet, schoonheid en hoop („dat is hetgene wat iedereen drijft”). Esfahan, mijn hoopstee (2004), De momenten wachten ons voorbij (2012) en 26 woorden voor schoonheid (2019). Daarmee wekte ze de interesse van de literaire wereld. K. Schippers zei dat Nia een verrijking was voor de Nederlandse taal. Het grote publiek bleef onbereikbaar. Ook privé vond ze soms moeilijk aansluiting.
In haar gedicht Vluchteling schrijft Nia: „Je komt hem op een verjaardagsfeest tegen, vraag hem niet wanneer hij gevlucht is of hij heimwee heeft en zijn familie mist. […] laat zijn wereld jouw wereld worden voor één avond.” Nia: „Je wordt behandeld als buitenstaander. Op een feestje vragen mensen mij naar mijn achtergrond, mijn tijd in Iran. Als hun interesse is bevredigd, dan gaan ze een drankje halen. Ze hebben niet door dat ze mij weer even terug in de hel hebben geplaatst.”
In 2012 schreef de regisseur het scenario voor mockumentary Dance, Iranian Style. Ook die film ging over een ‘ Roya’. „Al mijn hoofdpersonages heten zo”, zegt Nia. „Het betekent ‘droom’ in het Perzisch.” In die film belandt Roya in het illegale circuit nadat haar asielaanvraag is afgewezen. De film was geïnspireerd door de man die zich in 2011 in brand stak in Amsterdam. Nia wilde onderzoeken hoe iemand zo reddeloos wordt.
Pas elf jaar later krijgt Nia de kans haar regietalent bewijzen, nadat ze subsidie kreeg van het Filmfonds. Die Middag is een verbazingwekkend zekere debuutfilm. Meeslepend, poëtisch, nooit saai; met de spanning van een Hitchcock-film en een droomachtig plot dat lijkt op Martin Scorceses After Hours. Nia: „Ik wist dat de film meeslepend moest zijn om mensen mee te krijgen. En kleurrijk, het leven van een immigrant is niet alleen grijs.”
Het budget was beperkt. Er kon maar zestien dagen gedraaid worden. Dat dwong haar en cinematograaf Joris Kerbosch om iedere scène in Die Middag met meerdere camera’s tegelijkertijd te filmen. „Zo hoefden we scènes niet opnieuw vanuit verschillende hoeken op te nemen, want dat kost tijd. Ik ken geen andere film die volledig op deze wijze gefilmd is.” De camera’s, meestal rond de vijf, soms wel zeven, zaten verstopt rond de set. Niku wist vaak niet eens waar ze waren. Zoals vaker leidt beperking tot innovatie: soms krijg je het idee dat Niku gefilmd wordt door bewakingscamera’s – een treffende metafoor.
Terwijl Nia vertelt, vult Niku aan en andersom. Niku, lachend: „Ik mocht geen Nederlands van haar leren. Ze was bang dat mijn uitspraak dan te goed zou worden. Op de set gaf Nia bij alles wat ik moest doen een motivatie.” Nia breekt in: „Maar als ik die niet gaf, vroeg je er zelf om!”
Te knap
Soms lijken ze net moeder en dochter. Nia complimenteert Niku geregeld: „talented”, „fantastic”. Niku slaat terug: „Na een emotionele scène kwam Nafiss mij troosten.”
Regisseur Nia zocht lang naar haar ‘Roya’. Eerst in Iran. „Maar dan is er een kans dat de gecaste actrice niet terug mag keren naar Iran.” Daarna met advertenties over de hele wereld, in vluchtelingencentra en uiteindelijk op sociale media. De zoekterm „Iranian girl, model, actress” leverde Niku op. Na tientallen actrices afgewezen te hebben, wist Nia het zeker: dit is Roya.
Ze vocht voor haar, een van de producenten vond Niku te knap. „In Nederland is schoonheid soms iets negatiefs”, zegt Nia. „Ook modellen kunnen vluchten.”
Niku is overigens niet gevlucht. Ze ging vrijwillig naar Zuid-Korea – ze wil nog wel terug naar Iran voor vakantie, na de val van het regime dan. Maar met Nia heeft ze gemeen dat ze een leven probeert te bouwen in een land dat haar niet altijd begrijpt. In het brutalistische, ijskoude gebouw in Haarlem waar Die Middag tijdens de lockdownwinter werd gefilmd, vonden ze elkaar. En dat reflecteert uiteindelijk ook de boodschap van Die Middag, zegt Niku. „Hoop en menselijkheid houden je op de been.”
De film eindigt relatief gelukkig, maar zonder iets weg te geven: het wachten is nog niet voorbij. Eindigt dat ooit écht? Of vindt men slechts een manier om te leven tijdens het wachten?
„Het wachten kan eindigen”, zegt Nia. „Voor mij is dat gebeurd. Ik heb eindelijk deze film kunnen maken, na lang te hebben gewacht op een kans, op enige erkenning. Een belangrijke man uit de Nederlandse filmindustrie zag Die Middag en zei tegen mij: ‘Waar wás je al die tijd?’ Ik keek hem aan en zei: ‘Ik was hier! Waar was jij?’”